maandag 12 oktober 2009

Leefbaarheid En Tolerantie. Bespreking MDI Jaarverslag Deel 2

Westerse Vrijheden.

2. Activiteiten MDI: Meldingsafhandeling en aangiften.
De belangrijkste activiteit van het MDI is het afhandelen van meldingen. Hieronder wordt uitgelegd welke werkwijze het MDI hanteert bij het afhandelen van meldingen en het verzoeken tot verwijderen van uitingen. De cijfers per discriminatiegrond zijn terug te vinden in hoofdstuk 4 Discriminatiegronden en de overige cijfers in hoofdstuk 5 Resultaten in cijfers. Daarna wordt stilgestaan bij het aangiftebeleid van het MDI en worden alle aangiften kort besproken. Tot slot wordt uitgelegd wat in 2008 met de aangiften van het MDI is gebeurd.


2.1 Werkwijze MDI.
Het MDI ontvangt alleen meldingen per e-mail. Om een melding in behandeling te kunnen nemen, is het noodzakelijk om te weten welke uiting een melder discriminerend vindt en waar deze uiting zich op het internet bevindt. Als de uiting kan worden teruggevonden en in Nederland wordt gehost of op Nederland is gericht, dan toetst het MDI op basis van de wet en de jurisprudentie of de uiting ook strafbaar is. Als dat het geval is, dan wordt doorgaans een verzoek tot verwijdering gestuurd. Het MDI is in eerste instantie gericht op het laten verwijderen van discriminerende uitingen op het internet. Deze werkwijze levert op de korte termijn een duidelijk resultaat op: de gemelde uiting is niet meer online. Voor melders is het belangrijk om te zien dat het doen van een melding nut heeft. Daarnaast probeert het MDI beheerders van websites ertoe te bewegen de door hen beheerde sites te modereren en discriminerende uitingen zelf te verwijderen. Het sturen van verzoeken tot verwijdering is daartoe een belangrijk middel. Op deze manier hoopt het MDI discriminerende uitingen te voorkomen.
"Op deze manier hoopt het MDI discriminerende uitingen te voorkomen."

Het verwijderen van uitingen is natuurlijk iets anders dan ze voorkomen.
Hieruit blijkt dat het MDI hoopt de internetgebruikers op te voeden.
2.2 Verwijdering van uitingen.
Het MDI doet niet over alle gemelde strafbare uitingen een verzoek tot verwijdering. Als de uitingen op een website worden aangetroffen waar al een aangifte tegen loopt, dan worden de uitingen aan het aangiftedossier toegevoegd.
Merkwaardig. Hier moet de klagende internetgebruiker maar even op een houtje bijten, want het verzamelen van bewijsmateriaal blijkt belangrijker dan het opschonen van het internet.
Over 774 van de 899 gemelde strafbare uitingen is wel een verzoek tot verwijdering ingediend, dat is 86%. In 2007 was dit nog 80% en de jaren ervoor meestal tussen de 50 en 60%. In 2008 zijn dus relatief veel verzoeken tot verwijdering gestuurd, ook naar websites waar de verwijderbereidheid als zeer laag is ingeschat.
Waarom een lage verwijderbereidheid van een website een reden zou kunnen zijn om maar geen verwijderingsverzoek te sturen is een raadsel.
Van deze verzoeken zijn ruim 91% opgevolgd. Dat betekent dat het MDI in totaal ruim 78% van de gemelde strafbare uitingen van het internet heeft laten verwijderen. Dat percentage is hoger dan eerdere jaren, waar het meestal niet hoger was dan 60%. Van de overige 22% van de gemelde strafbare uitingen, is meestal aangifte gedaan of zijn de uitingen toegevoegd aan een reeds bestaand aangiftedossier.
Is zo'n 'bestaand aangiftedossier' een dossier dat hoort bij een aangifte die reeds gedaan is?
Of zijn er ook dossiers van voorgenomen aangiften?
Een verzoek tot verwijdering wordt bijna altijd verstuurd naar de eigenaar of beheerder van de website (zie hoofstuk 5 tabel 3). De provider zelf wordt vrijwel nooit benaderd omdat die veel minder bemoeienis heeft met de inhoud van een website. Bovendien heeft de ervaring geleerd dat als een website bij een provider offline wordt gehaald, die zeer snel bij een nieuwe provider weer online is.
Van het benaderen van een provider en het (tijdelijk) van het net halen van een website is één geval bekend: SIOE.
2.3 Aangiftebeleid.
Er wordt overwogen om aangifte te doen indien degene die verantwoordelijk is voor het plaatsen en/of het openbaren van een discriminerende uiting, niet wil meewerken aan verwijdering. Het MDI streeft er naar altijd een verzoek tot verwijdering te doen. Echter, bij sommige extreme uitingen, recidivisme of in andere gevallen, doet het MDI soms aangifte zonder een verzoek tot verwijdering te sturen.
"of in andere gevallen"

Het MDI blijft met opzet onduidelijk over de exacte omstandigheden die haar doen besluiten het verwijderingsverzoek achterwege te laten en creëert daarmee het door de MDI gewenste Kafkiaanse klimaat.
Angst en onzekerheid bij de potentiële slachtoffers...machtswellustelingen vinden daar hun genot in.

Een reden te meer om dit Machtsbeluste Dictatoriale Instituut zo spoedig mogelijk te ruimen.
Een spoedige afhandeling van aangiften en vervolging is van groot belang voor het werk van het MDI. Weliswaar is het MDI in eerste instantie gericht op het doen van verzoeken tot verwijdering, maar als deze procedure niet effectief blijkt is een adequate strafrechtelijke aanpak de enige manier om tegen strafbare uitingen op te treden.
Nu wordt er dan weer gesuggereerd dat de aangifte pas volgt als de procedure (het verwijderingsverzoek) niet werkt.

Een succesvolle afhandeling van aangiften is dus noodzakelijk als “stok achter de deur” voor het werk van het MDI. Daarnaast helpt jurisprudentie het MDI om uitingen beter te beoordelen. De belangrijkste reden voor een goede strafrechtelijke aanpak van discriminerende uitingen is om te laten zien dat niet alles mag op het internet: ook op het internet kent de vrijheid van meningsuiting grenzen. Het nadeel van een aangifte is dat er vaak jaren verstrijken tussen het moment van aangifte en een eventuele veroordeling. Juist voor discriminerende uitingen op het internet is het van belang dat een aangifte zo snel mogelijk wordt opgepakt. Discriminerende uitingen op het internet blijven immers staan, in tegenstelling tot de meeste uitingen die buiten het internet worden gedaan. Dit heeft tot gevolg dat mensen keer op keer kunnen worden beledigd door dezelfde uiting. Zeker nu met behulp van zoekmachines met gemak (en vaak onbedoeld) ‘oude’ uitingen kunnen worden opgeroepen is het zaak dat aangiftes snel worden opgepakt.
Dat zoekmachine-argument is bijzonder zwak. Wie gebruik maakt van een zoekmachine wéét dat hij onbedoeld op van alles kan stuiten. Wie daar niet tegen kan moet maar geen zoekmachine gebruiken.

2.4 Aangiften gedaan in 2008.
In 2008 deed het MDI zeven keer aangifte van overtreding van art. 137c t/m 137g van het Wetboek van Strafrecht. Van die zeven aangiften, zijn twee aangiften gedaan over uitingen op websites waar al eerder aangifte tegen is gedaan. Deze aangiften zijn bedoeld om nieuwe uitingen onder de aandacht te brengen van het Openbaar Ministerie, zodat deze kunnen worden meegenomen in een eventuele strafzaak. Per aangifte worden vaak vele uitingen die door het MDI als strafbaar zijn beoordeeld tegelijk meegenomen. Hieronder worden de zeven zaken kort besproken.

1. Fundamentalistische Hindoe
Al in 2006 heeft het MDI aangifte gedaan van uitingen op een website van iemand die zich een fundamentalistische hindoe noemt en vanuit die hoedanigheid vele bevolkingsgroepen op een zeer grove manier beledigt. Het MDI ontving hier meldingen over en heeft van de uitingen die als strafbaar werden beoordeeld aangifte gedaan. In 2007 werd de aangifte geseponeerd omdat verdachte niet toerekeningsvatbaar was. In 2008 deed het MDI toch opnieuw aangifte omdat de website nog online staat, het MDI meldingen bleef ontvangen en daarom graag een uitspraak van de rechter over de strafbaarheid van de uitingen wil. Met die uitspraak zou eventueel op een andere manier actie tegen de eigenaar van de site kunnen worden genomen.
Dit is nu zo'n geval waarin men wél de provider moet benaderen.
2.Satirische column over het randje.
Het MDI ontving begin april in een week tijd een enorme hoeveelheid meldingen van mensen die beledigd waren door een column op een grote Nederlands nieuwswebsite. Weliswaar waren de uitingen in de column waarschijnlijk satirisch bedoeld, het MDI kon zich toch voorstellen dat de uitingen wellicht strafbaar waren en heeft daarom verzocht de uitingen uit de column te verwijderen. Nadat dat werd geweigerd, is aangifte gedaan.
Nu.nl weigerde inderdaad te verwijderen. Nu is het artikel is niet verwijderd maar verstopt.
3.Fanatieke emailer.
Jarenlang stuurt een man uit Voorburg emails naar zijn lijst waar mensen vaak tegen hun wil op staan. Naar eigen zeggen verstuurt hij zijn emails naar 2600 mensen. In de emails gaat hij tekeer tegen moslims, “tweebenige beesten” volgens de man. Op verzoeken om van de lijst te worden uitgeschreven reageerde hij negatief. Nadat hier diverse meldingen over zijn ontvangen, heeft het MDI aangifte gedaan.
Dat is de verdachte wiens volledige naam het MDI aanvankelijk voluit publiceerde op haar website. Dat bericht is inmiddels verdwenen.
4. Nationalistisch hardcoreforum.
Al in 2006 is aangifte gedaan van antisemitische en racistische uitingen op een groot extreemrechts forum voor liefhebbers van hardcore muziek. Beheerders van het forum zijn al door de politie gehoord en waarschijnlijk wordt in 2009 de zaak voor de rechter gebracht. In 2008 heeft het MDI een aanvullende aangifte gedaan met recente uitingen van de betreffende website.
Het gaat hier om holland-hardcore (let op het educatieve plaatje bij het artikel op de MDI-website).
5. Extreemrechts postorderbedrijf.
In juni heeft het MDI aangifte gedaan tegen een website die enorme hoeveelheden nazistische producten ter verkoop aanbood. Het postorderbedrijf was gelieerd aan de extreemrechtse organisatie Blood&Honour en verkocht onder meer cd’s met nazimuziek waarin opgeroepen werd tot haat tegen joden, zigeuners en buitenlanders. Ook werd het spel “ZOG’s Nightmare 2” verkocht waarin de hoofdpersoon zoveel mogelijk joden en negers dood dient te schieten
Evenals recentelijk bij de NVU gaat het hier om consumentenbescherming.
6. Kritisch blog.
Naar aanleiding van meerdere meldingen verzocht het MDI de beheerder van een blog om een flink aantal discriminerende uitingen van zijn site te verwijderen. De beheerder schreef kritische teksten, maar met name allochtonen en moslims werden daarin beledigd. Toen de beheerder weigerde te verwijderen, deed het MDI aangifte. (4 In april 2009 is de zaak voor de rechter geweest en heeft de beheerder vrijgesproken. Ten tijde van het schrijven van het jaarverslag is nog niet bekend of het OM tegen de uitspraak in beroep gaat.)
Inmiddels heeft het OM besloten in beroep te gaan tegen misdefinitie.nl.
7. Politieke discussie ontspoort.
Eind 2008 deed het MDI aangifte tegen een politieke discussiesite waarop antisemitische uitingen werden gedaan. De eigenaar van de site gaf aan de bijdragen niet van zijn site te willen verwijderen, daarop werd aangifte gedaan.
Dit is de mysterieuze zaak tegen de beheerder van PolitiekDebat.
De - nu verwijderde - discussie op PolitiekDebat hebben we gevolgd. Op geen moment wordt duidelijk dat het MDI de beheerder een verwijderingverzoek heeft gezonden, maar de webbeheerder is nu zo bang geworden dat hij waarschijnlijk nooit meer uitsluitsel zal geven hierover.
2.5 Afhandeling aangiften in 2008.
Begin 2008 waren er 24 aangiften in behandeling bij het Openbaar Ministerie uit eerdere jaren. De oudste aangifte komt uit 2003. In de loop van 2008 zijn zeven aangiften geseponeerd. Van de zeven geseponeerde aangiften zijn er vijf geseponeerd wegens ouderdom. De aangifte van uitingen op de website radioislam.org is geseponeerd omdat het Openbaar Ministerie er, mede gezien het internationale karakter van de website, niet in is geslaagd de personen achter de website te traceren5. De aangifte van een uitspraak van Wilders is geseponeerd omdat het Openbaar Ministerie de uiting, in combinatie met aangiften over andere uitspraken, niet strafbaar vond. Het Gerechtshof van Amsterdam heeft echter besloten dat Wilders alnog vervolgd moet worden. De uiting waarvan het MDI aangifte heeft gedaan, wordt ook in die procedure meegenomen.
(5 Zie voor meer informatie: http://www.meldpunt.nl/nieuws/geen-vervolging-radio-islam)
(6 Voor meer informatie: http://www.meldpunt.nl/nieuws/hof-beveelt-vervolging-wilders)
De onaanraakbare status van Radio Islam is bekend.

Hoe zat dat ook al weer met de gewraakte uitspraak van Geert Wilders? We citeren het Jaarverslag MDI 2007:
Uitspraak Wilders
In februari 2007 is het Kamerlid Geert Wilders geïnterviewd door het dagblad De Pers. Dat interview is vervolgens overgenomen op de website van Geert Wilders zelf. Over de uitspraken van Wilders in dit interview ontving het MDI tientallen meldingen. In het bijzonder over de uitspraak: “We willen genoeg. De grenzen dicht, geen islamieten meer Nederland in, veel moslims Nederland uit, denaturalisatie van islamitische criminelen…” Het MDI heeft deze uiting als strafbaar beoordeeld en hierover, samen met RADAR Rotterdam en ADB Flevoland, aangifte gedaan.
Nu is die aangifte dus meegenomen in het dossier showproces.
Dat is goed, want het is niet ondenkbaar dat het proces tegen Geert Wilders uiteindelijk zal terugslaan op de aangevers en het MDI moet daar dan beslist bij zitten.
2.5.1. Rechtszaken.
In de loop van 2008 is een aantal aangiften van het MDI voor de rechter geweest. Op 2 juni is een lid van het forum Polinco.net (inmiddels al geruime tijd offline) die daar racistische en discriminerende berichten plaatste onder de naam Joshadam, vrijgesproken door de Rechtbank Amsterdam. Opvallend is dat de rechtbank het internet niet openbaar achtte en slechts daarom vrijsprak. Die argumentatie is in diverse media (en door het MDI7) met onbegrip ontvangen. Het Openbaar Ministerie is in hoger beroep gegaan.
7 Lees hier meer: http://www.meldpunt.nl/nieuws/joshadam-onterecht-vrijgesproken
De jacht op poster Joshadam/Polinco gaat voort.
Wikipedia hierover:
Strafproces poster Joshadam.
Op 21 april 2008 diende een strafproces voor de Europese Rechtbank te Amsterdam tegen de prominente poster Joshadam, die zich beledigend had uitgelaten over homoseksuelen, negers, moslima's en joden. De rechtbank overwoog dat de uitlatingen een strafbaar feit zouden opleveren, wanneer ze gedaan zouden zijn op openbare media zoals radio en televisie, waar luisteraars er tegen hun wil mee geconfronteerd kunnen worden. Aangezien Polinco een internetforum was waar men slechts met enige inspanning kon komen, was het niet als volledig openbaar aan te merken, zodat opzet in het openbaar maken van de uitlatingen niet aangetoond kon worden. Aangezien uit Europese jurisprudentie blijkt dat "opzet op elk deel van de delictomschrijving gericht moet zijn" concludeerde de rechter op 2 juni 2008 tot vrijspraak, waarbij de rechtbank mee liet wegen dat de aangifte niet was gedaan door leden van de beledigde groepen, maar door het MDI dat volgens de uitspraak actief zoekt naar dergelijke uitlatingen.[12] Het MDI zegt slechts te reageren op meldingen, ontkent actief te zoeken en betwist het beperkt openbare karakter van Polinco.[13]

Het hoger beroep door de Officier van Justitie geëntameerd dient op de 17e november 2009 voor het Gerechtshof te Amsterdam waarin de Procureur bij het Gerechtshof de wel-openbaarheid bewezen wil zien. Hier bevroedt men al dat deze strafzaak een hoger doel zal dienen: door middel van jurisprudentie duidelijkheid verkrijgen over de juridische status van het Internet en fora met betrekking tot de Vrijheid van meningsuiting als vermeld in artikel 10 EVRM

Verder met het Jaarverslag 2008:
Amper twee weken later diende het hoger beroep in de zaak van de weblogger Ertan. Ertan schreef al in 2004 onder meer dat hij homo’s met het hoofd naar beneden van de westertoren wilde duwen. Hij was daarvoor in juni 2006 al veroordeeld door de Rechtbank Amsterdam. Ook het Gerechtshof Amsterdam veroordeeld hem, de tegenwerpingen van de advocaat ten spijt die zich beriep op de recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam in de zaak van Joshadam dat het internet niet openbaar is. Ertan werd veroordeeld tot een werkstraf van 80 uur8.
8 Lees hier meer over de veroordeling van Ertan: http://www.meldpunt.nl/nieuws/weblogger-ertanopnieuw-veroordeeld

Blijkbaar was het weblog van Ertan toch wat meer openbaar dan Polinco, maar het Gerechtshof zal daar in november een oordeel over vellen.

Eind augustus moest de beheerder van de website rechtser.com zich bij de politierechter in Zutphen verantwoorden voor discriminerende uitingen op zijn site, met name gericht tegen moslims. Opmerkelijk aan deze zaak is dat de meeste uitingen waren gedaan door bezoekers van de site. De politierechter oordeelde dat de beheerder daar verantwoordelijk voor is, ook als hij ze niet gelezen heeft. Hij werd veroordeeld tot een boete van 750 euro9.
9 Zie ook: http://www.meldpunt.nl/nieuws/beheerder-rechtser-com-veroordeeld
De zaak tegen rechtser.com blijft een triest voorbeeld van de doorgeschoten ijver van het MDI.
Begin september werd een minderjarige gebruiker van YouTube door de politierechter in Den Haag veroordeeld voor het plaatsen van antisemitische video’s. Hij had een profiel aangemaakt, gevuld met hakenkruizen en plaatste video’s online met een positieve referentie aan de Tweede Wereldoorlog. Samen met een veroordeling voor openlijke geweldpleging, werd hij daarvoor gestraft met 74 dagen jeugddetentie.
Over het algemeen volstaat het om YouTube op de hoogte te brengen van een inbreuk op hun gedragsregels, maar deze jongeman moest blijkbaar hangen. We zijn benieuwd wat men in real life - op straat - moet uitvreten om een dergelijke straf te krijgen.
Ten tijde van het schrijven van het jaarverslag is ook al bekend dat diverse bestuursleden van de inmiddels opgeheven extreemrechtse partij Nationale Alliantie in januari 2009 zijn veroordeeld voor discriminerende uitingen op het forum van de partij. Ook zij deden de uitingen hoofdzakelijk niet zelf, maar waren als beheerder en moderator verantwoordelijk voor wat er op hun forum gebeurde. De rechtbank vond de uitingen dermate ernstig, dat een fors hogere straf werd opgelegd dan het Openbaar Ministerie eiste. De voormalige leider van de Nationale Alliantie, Jan Teijn, werd veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van 6 maanden en een werkstraf van 120 uur10.
10 Zie: http://www.meldpunt.nl/nieuws/leden-na-gestraft-voor-online-discriminatie
Hier wordt verzwegen dat de leider van de Nationale Alliantie die straf niet alleen kreeg voor de uitingen maar tevens voor het bezit van kinderporno en een stroomstootwapen.

Nu volgt het misschien wel interessantste gedeelte van het Jaarverslag 2008: de wijze waarop het MDI de handen in onschuld tracht te wassen in de onverkwikkelijke zaak Nekschot.

2.5.2. Andere ontwikkelingen in MDI-zaken.
Naast bovengenoemde zaken die voor de rechter zijn gebracht, heeft het Openbaar Ministerie in meer zaken actie ondernomen. De meest in het oog springende actie was de arrestatie van de cartoonist die bekend staat onder het pseudoniem Gregorius Nekschot. Begin 2005 ontving het MDI vele meldingen over cartoons van Gregorius Nekschot. Voor een deel waren deze meldingen het gevolg van een oproep van voormalig imam Abdul Jabbar Van der Ven, maar een groot deel van de meldingen had een andere oorsprong. Toen het MDI de gemelde cartoons beoordeelde, kwam het tot de conclusie dat het niet met zekerheid te zeggen was of dergelijke cartoons strafbaar waren. In Nederland was nog geen vergelijkbare zaak voor de rechter gebracht en er was daarom ook geen jurisprudentie met betrekking tot de strafbaarheid van dit type cartoons. De cartoons waren regelmatig zeer grof en, zeker in die tijd, structureel gericht tegen een aantal minderheden. Ook zorgden de cartoons kennelijk voor veel commotie en onrust bij internetgebruikers. Het leek het MDI verstandig aangifte te doen van de cartoons zodat het OM en later de rechter hierover zouden kunnen oordelen. Dit zou meer duidelijkheid verschaffen over de strafbaarheid van dit soort cartoons. In april 2005 deed het MDI aangifte. Inmiddels is dankzij de Deense cartooncrisis de cartoon als uitingsmiddel symbool geworden voor de vrijheden van de Westerse maatschappij.
"Inmiddels is dankzij de Deense cartooncrisis de cartoon als uitingsmiddel symbool geworden voor de vrijheden van de Westerse maatschappij"

Wat het MDI wil zeggen met dit zinnetje is onduidelijk. Bedoelt het MDI nu dat er na de (Deense) cartooncrisis wat soepeler omgegaan moet worden met cartoons, of juist niet?

Waarschijnlijk dat laatste, anders had het MDI de aangifte tegen Gregorius Nekschot wel ingetrokken: daar had het MDI twee jaar de tijd voor.

Het MDI heeft de aangifte echter in stand gehouden, zodat er maar een conclusie getrokken kan worden: het MDI heeft niets op met 'de vrijheden van de Westerse maatschappij'.

Dat vermoedden we al, maar nu is met zekerheid vastgesteld dat het MDI een instituut is dat niet in Nederland thuishoort.
Ruim drie jaar na de aangifte wordt de cartoonist Gregorius Nekschot aangehouden en, naar later blijkt, onterecht en te lang in een politiecel vastgehouden terwijl onderzoek in zijn woning plaatsvindt. Diverse politieke partijen spreken er schande van en minister van Justitie Hirsch Ballin moet een aantal keer tekst en uitleg geven over de arrestatie van Gregorius Nekschot. Helaas wordt in deze discussie de wijze van onderzoek en de arrestatie van Gregorius Nekschot nogal eens verward met de inhoud van de aangifte en krijgt ook het MDI veel kritiek te verduren. Het onderzoek van het OM wordt echter niet gestaakt en loopt nog steeds. Het is, inmiddels vier jaar na de aangifte, nog steeds niet bekend of Gregorius Nekschot daadwerkelijk wordt vervolgd.
Het MDI in de slachtofferrol.
Natuurlijk is het MDI niet volledig verantwoordelijk voor het disproportionele optreden van de politie. Maar het MDI heeft wél de aangifte gedaan die aan de basis ligt van de arrestatie. Maar het MDI heeft ook vier jaar de tijd gehad om de situatie te evalueren en had op een bepaald moment de aangifte in kunnen trekken omdat Gregorius Nekschot zich inmiddels minder op minderheden richtte. Tenminste, dat zegt het MDI zelf: "De cartoons waren regelmatig zeer grof en, zeker in die tijd (2005), structureel gericht tegen een aantal minderheden"..

Bovendien heeft het MDI zich, naar mijn weten, nimmer openlijk gedistantieerd van de manier waarop de politie de zaak Nekschot behandelde.

Het is het bekende verhaal van de dader die zich slachtoffer voelt en totaal geen compassie heeft met het werkelijke slachtoffer.
In de zomer van 2008 wordt ook het beheer van de populaire weblog geenstijl.nl gehoord naar aanleiding van meerdere aangiften van het MDI. Tussen 2003 en 2007 heeft het MDI diverse aangiften gedaan van discriminerende uitingen op geenstijl.nl, toen bleek dat verzoeken tot verwijdering geen effect sorteerden. In de zomer van 2007 werd afgesproken dat het MDI opnieuw verzoeken tot verwijdering zou sturen en geenstijl.nl de discriminerende uitingen zou verwijderen. Vanaf dat moment is de samenwerking tussen geenstijl.nl en het MDI sterk verbeterd. Ook krijgt het MDI sindsdien vrij weinig meldingen over geenstijl.nl. Een paar jaar geleden was het aantal meldingen over geenstijl.nl veel hoger.
Het klinkt een beetje verdrietig en - toegegeven - het is altijd vervelend om een belangrijke leverancier kwijt te raken..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten