maandag 12 oktober 2009

Bespreking rapport: Rechtsextremisme Op Het Internet. Deel 5.

Liever op internet dan op straat..

Hoofdstuk 3.
De symbiotische relatie tussen het online en offline leven

Tussen 2002 en 2007 is het aantal huishoudens met toegang tot internet met 20% gestegen. Met name jongeren zijn fervente gebruikers. Naast het opzoeken van informatie en e-mailen, gebruikt meer dan de helft van de jongeren het internet ook voor activiteiten als chatten, telefoneren en / of het delen van muziek en films. Het gebruik van internet neemt toe en daarmee ook de invloed van het internet op het dagelijkse leven. De verwevenheid van het online en offline leven in het algemeen wordt behandeld in paragraaf 3.1 en gespecificeerd naar de websites van onderzoek in paragraaf 3.2.

3.1 De jeugd van tegenwoordig
Het offline leven staat in internetjargon ook wel bekend als ‘In real life’ (IRL). Deze term suggereert een verschil tussen het leven op en buiten internet. Dit is tot op zekere hoogte correct. Denk bijvoorbeeld aan een forum, zoals fok.nl. Hierop kan een gebruiker zich gemakkelijk anders voordoen dan hij of zij is, of zelfs een andere identiteit aannemen. Anders beschouwd is het online leven onderdeel van het offline leven. Voor de jongeren van tegenwoordig is het online leven immers net zo vanzelfsprekend als het leven daarbuiten. Vrienden maak je en ontmoet je zowel op school als op het internet. Die verwevenheid van het internet met het dagelijkse leven heeft echter ook een keerzijde. Voor extremistische organisaties is dit medium een veel gebruikt middel om de eigen ideeën te verspreiden en potentiële volgelingen te rekruteren. Recent onderzoek naar de radicalisering van een groep jongeren in Almere, illustreert dit gegeven. Deze groep jongeren is veroordeeld tot gevangenisstraffen wegens een reeks aan bedreigingen en mishandelingen. Zo hebben zij geprobeerd brand te stichten in onder meer een synagoge en een islamitische school. Het onderzoek toonde aan dat een deel van de plannen bervooral ingegeven door informatie die zij hadden verkregen via het internet. De jongeren waren actief op fora, lazen nationaal socialistische boeken en over ‘bewijs’ dat de holocaust nooit heeft plaatsgevonden. Uiteindelijk bleek dat de extreemrechtse organisatie Voorpost de groep jongeren gerekruteerd had, onder andere via de website van Voorpost.
Vermoedelijk wordt met de geradicaliseerde groep jongeren in Almere het volgende incident bedoeld. De schrijver van dit artikel van de wereldomroep hoorde de laarzen al stampen en de oorzaak van deze angstaanjagende trend was maar weer eens de toon:

Extreem rechts steeds gewelddadiger
...
Maar er zijn meer oorzaken, denkt Meindert Fennema, politicoloog van de Universiteit van Amsterdam: "De toon van het politieke klimaat in Nederland is een stuk agressiever geworden. En als het normale debat harder wordt dan wordt het aan de randen ook harder. Vuisten veranderen in knuppels en knuppels in pistolen."
...
Inmiddels zijn we twee jaar verder en komt extreemrechts alleen nog maar in het nieuws als een bijeenkomst of demonstratie van extreemrechtse elementen verstoord wordt door extreemlinkse elementen.

3.2 Websites van offline organisaties

In dit onderzoek naar extreemrechts op internet komen meerdere websites voor waarbij een organisatie betrokken is die ook buiten het internet activiteiten ontplooit. In totaal gaat het om 38 websites. De organisaties variëren van stichtingen en verenigingen tot muziekgezelschap en actiegroepen. Deze clubs zijn voor hun voortbestaan dus niet volledig afhankelijk van de website.

In de categorie nazistische websites, komen meer connecties met een offline organisatie voor dan in de categorie klassiek extreemrechts. 38% van de nazistische websites zijn van organisaties die zich ook buiten het internet manifesteren. Dit betreft onder meer een aantal fora van het Blood & Honour netwerk, de website van de Nederlandse Volksunie en van de Nieuwe Nationale Eenheid. Bij de klassiek extreemrechtse websites komen minder (29%) connecties met een offline organisatie voor. De organisaties betreffen onder meer muziekgezelschappen en het postorderbedrijf Fenris.

Het is opvallend dat het percentage websites dat verbonden is aan offline organisaties in beide categorieën dicht bij elkaar ligt. Het percentage van de categorie klassiek extreemrechts is kleiner. Dit heeft te maken met het grote aantal inactieve websites binnen deze categorie. Met inactief wordt bedoeld dat de websites nog wel bestaan, maar dat de organisaties achter de websites inmiddels zijn opgeheven, dat de personen zijn overleden of gebruik wordt gemaakt van een nieuwe website en de oude is blijven bestaan.

Van de 114 websites die dit onderzoek telt, zijn 51 inactief. Maar liefst 42 van deze inactieve sites worden gehost bij gratis providers. De resterende 9 maken veelal deel uit van grotere en internationaal georiënteerde websites. Een voorbeeld is de website van het nazistische European National Front. Het op Nederland gerichte deel is niet meer actief, de Griekse sectie daarentegen wel. Van de 51 inactieve websites bevatten 21 strafbare inhoud. Het gevolg van het voortbestaan van deze inactieve websites is dat de discriminerende beledigingen blijven staan. Alhoewel de website in onbruik is geraakt, kunnen internetgebruikers toch onbedoeld en ongewild stuiten op deze uitingen. Het intypen van een bepaalde woordencombinatie in een zoekmachine, kan een internetgebruiker eenvoudig naar een dergelijke website leiden.
Zo eenvoudig om ongewild op een 'foute' website terecht te komen als de schrijver van dit rapport het het wil doen voorkomen, is het natuurlijk niet. Een zoekmachine laat nooit één, maar altijd een aantal sites zien als resultaat van een zoekopdracht. Aan de volledige naam van de site en de begeleidende informatie die de zoekmachine verstrekt is over het algemeen goed te zien wat voor een website het is. De argeloze internetgebruiker moet dus twee handelingen verrichten om op een onbedoelde website te belanden. En dan nog: de internetgebruiker kan onmiddellijk wegklikken of een stap terug gaan zodra hij zijn vergissing bemerkt. Bovendien: wat zegt het dat de website in onbruik geraakt is? Kan dat niet een teken zijn dat het op de website gepropageerde gedachtegoed niet meer leeft?

De kans dat er leed aangericht wordt door de aanwezigheid van dit soort 'dode' websites is te verwaarlozen.
Toch worden de inactieven gretig meegeteld in het rapport.
Begrijpelijk, want een 'lijst van 114' klinkt beter dan een 'lijst van 63'..

Conclusie
Het internet kan een behoorlijke impact hebben op het dagelijkse leven en niet altijd in positieve zin. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het onderzoek naar de groep geradicaliseerde jongeren in Almere, die gerekruteerd werden via het internet door een extreemrechtse organisatie. Websites die worden gebruikt als middel om medestanders voor offline organisaties te rekruteren zijn echter in de minderheid. De cijfers in paragraaf 3.2 tonen aan dat gemiddeld een derde van de klassiek extreemrechtse en nazistische websites worden ondersteund door offline organisaties zoals Voorpost en de Nederlandse Volks Unie (NVU). Van de websites die in dit onderzoek voorkomen, is 33% verbonden aan een offline organisatie.
Het kan zeker geen kwaad om extreemrechtse bewegingen en radicaliserende jongeren blijvend in het oog te houden. Maar er is veel voor te zeggen om dat werk te verrichten zonder er enige ruchtbaarheid aan te geven. Als er incidenten voorkomen heeft dat nieuwswaarde en moet er zeker over gepubliceerd worden, al is het maar om de bevolking waakzaam te houden. Een rapport als dit met een lijst websites heeft geen enkel nut. De 'vijand' weet immers heel goed dat ze geviseerd worden, dus het is bijzonder onwaarschijnlijk dat er waardevolle informatie, informatie die gebruikt kan worden om incidenten te voorkomen, op websites aangetroffen zal worden.

De publicatie van dit rapport en daarmee de lijst van 114 dient alleen maar om het te doen voorkomen dat extreemrechts wat meer is dan een marginaal verschijnsel en om daarmee het Meldpunt Discriminatie Internet van een bestaansreden te voorzien.

"Extreemrechts is springlevend op internet" meldde het Meldpunt triomfantelijk op de website. Voor de één is dat een beangstigend bericht, een ander zal denken: "liever op internet dan op straat"..

Leesverder: deel 5a

Geen opmerkingen:

Een reactie posten