maandag 12 oktober 2009

Bespreking rapport: Rechtsextremisme Op Het Internet. Deel 1.

Het MDI heeft een trend bedacht en gaat deze dus onderzoeken.

Deze publicatie betreft een onderzoek naar extreemrechtse websites op het Nederlandse deel van het Internet. Het onderzoek is uitgevoerd door Stichting Magenta, Meldpunt Discriminatie Internet en is mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van Justitie en het Ministerie van VROM/WWI
J. Van der Krogt heeft onderzoek gedaan naar rechtsextremisme op het internet
http://www.magenta.nl/misc/mdi-extreemrechtsonderzoek.pdf (pdf alert)
en omdat de resultaten van een dergelijk onderzoek (en vooral de formulering van het een en ander) vaak een aardig inzicht geven in de beweegredenen, de insteek en het politieke agenda van zowel de onderzoeker als de opdrachtgever bespreken we dit onderzoek integraal.

Het rapport begint met een inhoudsopgave en een lijst van afkortingen.

Dan komt de...
Inleiding

Sinds de tweede helft van de jaren negentig ontwikkelt het internet zich in een rap tempo. Voor een ieder die dat wil is het mogelijk om aangesloten te worden op het world wide web. De snelle technische ontwikkelingen zijn sinds de oprichting in 1997 ook van invloed (geweest) op de werkzaamheden van het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI). In de beginjaren ontving het MDI slechts enkele meldingen, de afgelopen jaren lag dat aantal ver boven de duizend. Uit deze meldingen is over de jaren heen een aantal trends waarneembaar. Eén daarvan is een snelle toename van het aantal meldingen van discriminatie op interactief internet, zoals discussiefora en interactieve weblogs. Een tweede trend is een onverminderd hoog aantal strafbare uitingen op extreemrechtse websites. Deze bevinding wordt ondersteund door een recent rapport van de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie van de Raad van Europa (ECRI), waaruit blijkt dat in Nederland de voornaamste groei van rechtsextremisme, met name onder jongeren, plaatsvindt in apolitieke bewegingen die informeel, hoofdzakelijk via digitale communicatie-middelen, zijn georganiseerd.
Die eerste trend (een snelle toename van het aantal meldingen van discriminatie op interactief internet) is er niet. Althans de gegevens in het Jaarverslag 2008 van het Meldpunt Discriminatie Internet laten niet één significante trend zien. In datzelfde jaarverslag werd melding gemaakt van de tweede trend (meer strafbare uitingen op extreemrechtse websites). Echter zonder onderbouwing in cijfers. Ook de bovenstaande formulering in dit onderzoek (een onverminderd hoog aantal strafbare uitingen op extreemrechtse websites) geeft geen aanleiding om van een trend te spreken: 'onverminderd hoog' is geen trend. Behalve als het totale aantal meldingen zou dalen. Ook daarvan is geen sprake.

Het MDI heeft een trend bedacht en gaat deze dus onderzoeken.
Deze gegevens hebben het MDI ertoe bewogen onderzoek te doen naar de omvang en de aard van extreemrechts op het Nederlandse deel van het internet, met als focus de discriminerende uitingen op deze websites. Met omvang wordt het aantal extreemrechtse websites bedoeld. De aard verwijst naar de inhoud van deze websites. De inhoud bestaat enerzijds uit karakteristieke ideologische kenmerken en anderzijds uit internet (technische) aspecten. De vaststelling van de ideologische kenmerken was noodzakelijk om te bepalen welke websites als extreemrechts kunnen worden aangemerkt en ook om het aantal te meten. In hoofdstuk 1 ‘Werkwijze: definiëring van ‘extreemrechts’ en selectie van websites’ wordt uitgelegd welke kenmerken zijn onderscheiden en hoe het selectieproces is verlopen. De vraag die centraal staat is: “Wat moet onder extreemrechts worden verstaan?” Gaat het om alleen om neo-nazistische retoriek en symbolen, haat tegen joden en zigeuners? Hoe zit het met haat tegen buitenlanders in het algemeen? En, tellen uitingen zoals een beroep doen op sterk nationalistische sentimenten en het behoud van de Nederlandse cultuur ook mee? Er zijn alleen websites onderzocht die in hun aard kenmerken hebben van extreemrechts.Op websites van algemene aard, zoals hyves.nl of youtube.com, zijn ook veel extreemrechtse uitingen te vinden. Dergelijke websites zijn in dit onderzoek echter buiten beschouwing gelaten, omdat deze op zich geen extreemrechts karakter hebben.
Dat een een site met een gevarieerd aanbod als YouTube niet onderzocht wordt is begrijpelijk. Ook Hyves is zeer divers. Maar Hyves is gestructureerd volgens groepen. En elke groep heeft z'n thema. Mogelijk zijn er extreemrechtse themagroepen op Hyves. Maar de tegenpartij is in ieder geval wél op Hyves aanwezig: http://gegennazis.hyves.nl/

Er is dus geen reden om Hyves buiten het onderzoek te houden. Behalve als Hyves geen themagroepen met een extreemrechts karakter kent. Als uit onderzoek blijkt dat extreemrechts zich niet op Hyves begeeft of daar geweerd wordt, meld dat dan. Maar Hyves buiten het onderzoek houden geeft blijk van weinig kennis van de aard van het medium.

Voor het internet(technische) aspect van de aard van de websites zijn de aangetroffen websites per categorie onderworpen aan de volgende vragen: Hoeveel websites zijn aangetroffen? Komt er strafbaar discriminerende inhoud voor op deze sites? Hoe staan de websites geregistreerd en hoe worden zij gehost? Welke personen en organisaties gaan achter de websites schuil? En, is de site verbonden aan een offline organisatie? Deze vragen veronderstellen een zekere voorkennis, die wordt geboden in de hoofdstukken 2 en 3. Hierna wordt ingegaan wordt op de onderzoeksresultaten.

Hoofdstuk 2 geeft uitleg over de anti-discriminatiebepalingen in het Nederlandse Wetboek van Strafrecht en het functioneren van internet en websites. Vervolgens wordt dieper ingegaan op de internettechnische aspecten van, en de obstakels in, het bestrijden van discriminatie op internet. In hoofdstuk 3 wordt een tweetal belangrijke ontwikkelingen uitgelicht die nauw verwant zijn aan het internet in het algemeen en aan extreemrechts op het internet in het bijzonder; de vervlechting van het online en offline dagelijkse leven en de jongere als fanatiek gebruiker van het internet en doelgroep van extreemrechts.

De hoofdstukken 4 en 5 zijn een weergave van de onderzoeksresultaten. Achtereenvolgend worden de aard en omvang van ‘nazistische’ en ‘klassiek extreemrechtse’ websites geanalyseerd en beschreven. Per categorie wordt aangegeven hoeveel websites zijn aangetroffen, of de inhoud strafbaar is op grond van de Nederlandse antidiscriminatiebepalingen, waar de website wordt gehost, (indien mogelijk) wie achter de website schuil gaan en of er connecties zijn met offline organisaties. In hoofdstuk 6 wordt exclusief aandacht besteed aan het gebruik van fora door extreemrechts. Fora blijken niet alleen bijzonder populair onder deze groep, maar zijn tevens verantwoordelijk voor het grootste deel van het totale aantal strafbare uitingen die in dit onderzoek voorkomen.

Tot slot moet worden opgemerkt dat dit onderzoek enkel de staat beschrijft van de betreffende websites in de periode maart 2008 tot juni 2008. Inmiddels is een aantal websites die in dit onderzoek voorkomt verdwenen, veranderd of verhuisd. Andere inmiddels bij het MDI bekende en relevante websites zijn buiten beschouwing gelaten, omdat die in de onderzoeksperiode (al dan niet tijdelijk) niet online stonden. Ondanks de veranderlijke aard van het internet geeft dit onderzoek een helder overzicht van extreemrechtse websites op het Nederlandse deel van het internet en aanknopingspunten voor een mogelijke aanpak van dit fenomeen.
Het schijnt in de ogen van de onderzoeker een vanzelfsprekendheid te zijn dat 'dit fenomeen' aangepakt dient te worden. Men zou hier een motivering verwachten van de keuze voor een integrale aanpak van 'dit fenomeen' in plaats van de keuze voor het bestrijden van 'strafbare uitingen'.

Het lijkt erop dat de stichting Magenta en het MDI 'extreemrechts' van het internet (en uit de samenleving) willen wegvagen. In Deel 6 van de bespreking van het rapport 'Rechtsextremisme Op Het Internet' zal blijken dat zulks niet het geval is.

Lees verder: deel 2.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten